10 maart 2016

Mag het wat minder keurig?

Op Twitter zag ik de plannen voorbijkomen voor de Kinkerstraat en Ferdinand Bolstraat. Twee belangrijke winkelstraten vlak buiten het centrum van Amsterdam die in een nieuw jasje worden gestoken, de een in Oud-West en de ander in de Pijp. Ik sloeg niet echt steil achterover van de plaatjes. Het is min of meer hoe alle straten er uitzien nadat ze zijn aangepakt: rode klinkers op de stoepen, aparte fietsstroken, minder of helemaal geen ruimte voor de auto, minder geparkeerde auto's en fietsen in het straatbeeld, het groen keurig gerangschikt in bakken. Denk de winkels met geinige namen er zelf bij - de jongste aanwinst in mijn buurt is T.I.T.S. (This Is The Shit), een meisjesspullenzaak met boyfriend corner - en je hebt de moderne stadsstraat anno 2016.

Het meest kenmerkend zijn toch wel die rode klinkers. Blijkbaar zit er ergens een ontwerpdictator op een onzichtbare troon die heeft bepaald dat 'kwaliteit' synoniem is aan rood baksteen, want je ziet ze overal: van Vinexwijken tot stadscentra tot opgeknapte winkelstraten in historische stadjes. En dus ook in kosmopolitisch Amsterdam, waar de gemeente de looproute vanaf het Centraal Station door de binnenstad langs de toeristische highlights heeft omgedoopt tot de Rode Loper.

In het noordelijk deel van de Ferdinand Bolstraat, het laatste stukje van de Rode Loper, is de beeldtaal zo ver doorgevoerd dat ook de fietspaden rode klinkers krijgen. Dat wordt nog wat met buitenlandse gasten die het verschil niet zien tussen het fietspad en de stoep. Of liever het stoepje, want na aanleg van de vrije fietspaden blijft er voor de voetganger een akelig smal paadje over. Net als in de Kinkerstraat trouwens; kijk eens naar de plantenbak op het plaatje en probeer je voor te stellen daar langs te moeten met een kinderwagen of scootmobiel op een drukke zaterdagmiddag. Vaak worden voetganger en fietser in één adem genoemd, maar het is duidelijk wie van die twee de echte koning is in Amsterdam.

Ferdinand Bolstraat (noordelijk deel), ontwerp

Kinkerstraat (oostelijk deel). ontwerp

Dit is dus de stad die je krijgt na veertig jaar terugdringen van de auto en voorrang geven aan de fiets. Vanzelfsprekend is er veel gewonnen; er zijn minder ernstige verkeersongelukken, de lucht is schoner en er zijn meer speelplekken in de stad dan vroeger. Maar volgens mij is er ook iets verloren gegaan. Noem het een grotestadsgevoel. Neem nu de Overtoom in Oud-West; voor hij werd vernieuwd vond ik dat altijd een bijzondere straat, met die brede trottoirs omzoomd door dikke bomen. Een echte stadsboulevard met voortjakkerend autoverkeer, een beetje Parijs in Amsterdam. Fietsen was er geen pretje, maar dat gaf niets want dat kon ook prima door het Vondelpark of door de Eerste Helmersstraat, die allebei parallel lopen aan de Overtoom. Eigenlijk is de Wibautstraat nog de enige echte stadsboulevard in Amsterdam. Ook die heeft een vernieuwingsbeurt gekregen, maar is gelukkig breed genoeg om een grootstedelijke uitstraling te houden. Ik heb hem altijd mooi van lelijkheid gevonden, ook in de jaren waarin hij steevast werd verkozen tot lelijkste straat van de stad.

Misschien zijn er nu mensen die vinden dat ik niet moet zeuren. Dat ik eens goed moet kijken naar foto's uit de jaren zeventig en tachtig die een chaotisch straatbeeld vol autoblik laten zien, in een stad die daar niet op is gebouwd. En trouwens, ik ben toch zelf ook fietser? Klopt allemaal, maar toch heb ik gemengde gevoelens bij de manier waarop de stad wordt verbeterd. Het is zo intens keurig. Zo eenvormig ook, alsof de ontwerpen allemaal uit dezelfde mal komen. Is dit echt het enige model voor de leefbare stad, of kun je die ook krijgen zonder roodbeklinkerde dorpsstoepjes en houten plantenbakken?

Volgens mij ben ik niet de enige die er last van heeft. Want die plotselinge liefdesverklaring aan Rotterdam die je overal hoort - ook, of zelfs juist, van Amsterdammers - komt die niet ook een beetje omdat 'nultien' nog wél het grotestadsgevoel heeft? Omdat daar nog veel straten zijn waar je bent omgeven door auto's en kille kantoorkolossen? Plekken die misschien niet voldoen aan een ideaalbeeld van leefbaarheid, maar waar je je nog wel ouderwets aangenaam lost in the city kunt voelen?

Geen opmerkingen: